Submenu  
 

Logo Welzijn, Gezondheid en Zorg

Slaapproblemen


Slaappatronen veranderen bij het ouder worden


Met het toenemen van de leeftijd wordt de slaap kwetsbaarder en minder efficiënt. Ouderen liggen ’s nachts vaker en langer wakker in vergelijking met jonger volwassenen. De slaapcyclus, bestaande uit vijf fasen, verandert bij het ouder worden. Vanaf 40 jaar wordt de diepe slaap (fase 3 en 4) geleidelijk aan korter, evenals de REM-slaap (fase 5), beter gekend als de slaap waarin we dromen. De lichte slaap (fase 1 en 2) neemt dan weer toe.

Naast deze algemene veranderingen in slaappatroon, kunnen tal van oorzaken de slaap verstoren. De slaaphygiëne heeft een invloed, maar ook andere biologische, fysieke en cognitieve aspecten kunnen een rol spelen. Voorbeelden zijn hormonale veranderingen eigen aan het verouderen, pijn, bepaalde ziekten, neveneffecten van medicatie, cognitieve problemen, depressie, stress, ...

Indien je je chronisch moe voelt of je bijkomende klachten ervaart, kan een korte controle of afspraak bij de huisarts en vervolgens eventueel bij een gespecialiseerde dienst (bijvoorbeeld slaapkliniek) aan te raden zijn. Daar kunnen mogelijke oorzaken van slaapproblemen achterhaald worden en kan verder advies gegeven worden opdat je beter kan slapen.

Er zijn verschillende tips die worden gegeven om de slaap in de mate van het mogelijke te verbeteren. Je kan zelf nagaan welke de beste invloed heeft op je slaap.

Tips voor een betere slaaphygiëne

  • Ieder van ons heeft een eigen slaapnood en slaappatroon. Sommige mensen hebben slechts nood aan enkele uurtjes slaap per dag, anderen hebben 9 uur slaap of meer nodig om de dag goed door te komen. Probeer het aantal uur te slapen dat je zelf nodig hebt. Vergeet wel eventuele dutjes niet bij jouw totale slaaptijd te tellen.
  • Geplande dutten zijn toegelaten, maar probeer verloren slaap niet in te halen door extra te slapen/dutten overdag, dit kan er voor zorgen dat je Â’s nachts weer slechter slaapt.
  • Hanteer een zelfde ritme in het uur dat je gaat slapen en dat je opstaat. Een vast ritme kan de slaap verbeteren. Ook tijdens de dag kan een bepaald ritme (bijvoorbeeld het uur van je maaltijden) een invloed hebben op jouw slaap.
  • Probeer indien mogelijk ook dagelijks enkele actieve momenten in te lassen, opdat je een betere slaap Â’s nachts kan ervaren. Maar wees voor het slapen gaan ook niet te actief, rond de dag op een rustige manier af.
  • Wees Â’s avonds voorzichtig in het gebruik van bepaalde dranken, zoals alcohol of cafeïne (bijvoorbeeld koffie en cola), deze hebben een grote impact op het slaappatroon.
  • Ook je eetpatroon heeft een invloed op de slaap. Vermijd te late avondmaaltijden, maar voorkom tevens dat je Â’s nachts honger hebt.
  • Je slaapkamer moet je zoveel mogelijk associëren met slaap en rust. Probeer indien mogelijk dan ook deze kamer niet te gebruiken voor onder andere huishoudelijke activiteiten, sport of TV- en computergebruik. Als je de slaap niet kan vatten, kan je ook best even opstaan en iets anders doen in een andere ruimte, tot je je moe voelt en weer rustig kan liggen.
  • Op advies van de arts kan kortstondig slaapmedicatie gebruikt worden. Langdurig gebruik is echter niet aan te raden. Stem dan ook het gebruik van slaapmedicatie zeer regelmatig af met je arts.
 

© 2023 Vlaamse Ouderenraad vzw
Cookieverklaring